Indien de wedstrijdleider meent dat een herziening van zijn beslissing omtrent een feit of omtrent de uitoefening van zijn bevoegdheid om naar eigen goeddunken te handelen aan de orde zou kunnen zijn, moet hij een deelnemer in kennis stellen van diens recht om te protesteren of mag hij de aangelegenheid doorgeven aan een bevoegd comitét.